Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Simon stevin

betekenis & definitie

Zuidnederlands wiskundige en ingenieur (Brugge 1548 - ’s-Gravenhage tussen 20 Febr. en begin Apr. 1620), natuurlijk kind van A. Stevin en Cath. van der Poort, kwam 1581 te Leiden, na te Antwerpen als boekhouder en kassier werkzaam te zijn geweest en misschien buitenlandse reizen te hebben gemaakt.

Van 1582 af publiceerde hij geschriften op verschillend gebied (z.o.). Hij was voorts werkzaam als waterstaatkundige en constructeur van molens. Hij kwam in nauwe relatie tot Prins Maurits te staan, onder wie hij, in ieder geval sedert 1593, in het Staatse leger diende; in 1604 kreeg hij de titel kwartiermeester; officieel is zijn positie nooit hoog geweest; waarschijnlijk heeft hij echter toch als leermeester van de Prins en later als administrateur van zijn domeinen een invloedrijke functie vervuld .Vaak werd hij als deskundige op wetenschappelijk en technisch gebied geraadpleegd. De stof van het aan de Prins gegeven onderwijs is tussen 1605 en 1608 verzameld in het grote werk Wisconstighe Ghedachtenissen (hier te citeren als W.G.), dat ook in Latijnse vertaling (Hypomnemata Mathematica) en ten dele in Franse (Mémoires Mathématiques) verscheen. Stevin is 1614 gehuwd met Cath. Cray uit Leiden, bij wie hij vier kinderen had, Frederik, Hendrik, Susanna en Levina. In 1612 had hij een huis in de Raamstraat te ’s-Gravenhage gekocht (thans Raamstraat 47), in de gevel waarvan in 1898 een buste van hem is aangebracht. In 1846 is op de Stevin-plaats te Brugge een voorlopig standbeeld voor hem onthuld, dat bij zijn derde eeuwfeest in 1848 door een definitief vervangen is.PROF. DR E. J. DIJKSTERHUIS

Bibl.: Zijn wetenschappelijk en technisch werk is als volgt samen te vatten: Wiskunde. Intrestrekening (Tafelen van Interest, 1582; oudste gepubliceerde rentetafels); Meetkundige problemen (Problemata Geometrica 1583?),voortgezet en practisch toegepast in De Meetdaet (W.G.); Decimale breuken (De Thiende, 1585 ; eerste stelselmatige behandeling); Reken- en stelkunde (L’Arithmétique met La Pratique d’A., 1585); Perspectief (Van de Verschaeuwing, W.G.); Driehoeksmeting (Driehouckhandel, W.G.). Mechanica. Statica (De Beghinselen der Weeghconst, 1586, waarin het clootcransbewijs voor de wet van het hellend vlak met vignet „Wonder en is gheen wonder”; met Anhang en Byvough in W.G.); Werktuigen (De Weeghdaet 1586). Proeven over valbeweging. Hydrostatica. De Beghinselen des Waterwichts, 1586; waarin o.m. de hydrostatische paradox. Astronomie. Van den Hemelloop (W.G.), leerb. der planetentheorieën; verdediging van het stelsel van Copernicus; Theorie van de getijden (Eertclootschrift, W.G.). Zeevaartkunde. Koers- en verheidsrekening (Van de Zeylstreken, W.G.). Plaatsbepaling op zee (Havenvinding, 1599 Limenheuretike). Krijgswetenschap. Versterkingskunst (Stercktenbouwing, 1594). Nieuwe Maniere van Sterctebou, door Spil— sluysen, 1617). Legerorganisatie (Castrametatio, 1617). Boekhouden. Coopmansbouckhouding, Vorstelicke Bouckhouding (W.G.), leerboeken van en pleidooi voor Italiaans boekhouden. Bouwkunde. Huizenbouw en stedenaanleg (Materiae Politicae, 1649). Muziek. Pleidooi voor de normale halftoonstemming (Van de Spiegeling der Singconst, 1884). Logica. Dialektike, 1585 Techniek. Diverse uitvindingen. Theorie van de molenbouw' (Van de molens, 1884); Zeilwagen (berichten van tijdgenoten); Sluizen (Nieuwe Maniere van Sterctebou, door Spilsluysen. 1617). Waterbouwkundige ontwerpen voor verschillende steden. Algemeen. Diverse onderwerpen op het gebied van politiek en administratie in Het Burgherlick Leven (1590; herdruk 1939), Materiae Politicae (1649) en in Hendrik Stevin’s Wisconsticb Filosofisch Bedrijf (1667). Door zijn purisme (gemotiveerd in Uytspraeck van de Weerdicheyt der Duytse Tael, voorafgaand aan de Weeghconst) is Stevin van belang voor de geschiedenis der Nederlandse taal; talrijke specifiek Nederlandse vakwetenschappelijke termen zijn van hem afkomstig. Een posthume uitgave van een groot aantal van zijn werken gaf A. Girard in 1634 uit: Oeuvres Mathématiques. Een moderne editie van zijn voornaamste werken is onder auspiciën van de Kon. Nederl. Akademie van Wetenschappen in voorbereiding.

Lit.: E. J. Dijksterhuis, S. S. (’s-Gravenhage 1943; m. bibl.), vgl. A. J. J. van de Velde e.a., S. S. 1548-1948 (Brussel 1948, Meded. v. d. Kon. VI. Acad. voor wet., lett. en schone kunsten v. België, klasse der wet. X, 10), m. bibl.