is iemand, wie tegen genot van zeker loon of provisie gelden ter bewaring en uitbetaling worden toevertrouwd (art. 74 W.v.K.). Vroeger nam het kassiersbedrijf in Nederland een belangrijke plaats in, doch thans is het uitgestorven.
Zij, die tegenwoordig nog gelden in lopende rekening aannemen, gebruiken dit om het zelf weer ter leen te verstrekken en keren er rente over uit en zijn derhalve, al noemt men ze nog wel kassiers, bankiers.Lit.: O. B. W. de Kat,Effectenbeheer, 3de dr. (1932), blz. 206207; W. L. P. A.
Molengraaff, Leidraad bij de beoef. v. h. Ned. handelsrecht, 8ste dr. I (1947), blz. 169; M. Polak, Handb. v. h. Ned. handels- en failliss.recht, 5de dr. I (1935), blz. 224-226.