Nederlands letterkundige (Harlingen 25 Febr. 1731 - 24 Mei 1804), vestigde zich als arts in zijn geboorteplaats. Tegelijkertijd legde hij zich toe op de geschiedenis, de Franse, Hoogduitse en Italiaanse taal en letterkunde.
Na de omwenteling van 1795 werd hij lid van de Nationale Vergadering en voorzitter der Commissie tot het ontwerpen van een staatsregeling. Hij behoorde tot de partij der Federalisten.Bibl.: De vrijer na de kunst (kluchtspel, 1754); Krispijn filosoof (blijspel, 1754); De opkomst en bloei der Ver. Ned. (1774 en later); Nagelaten gedichten (2 dln, 1835-1837); Leven van den tooneelspeler Jan Punt.
Lit.: H. Smitskamp, in: Bijdr. Gesch. d. Nederl. dl VI (19511952), blz. 199 w.