Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SEXTUS, spreuken van

betekenis & definitie

een uitvoerige collectie van spreuken, die Origenes reeds kende op naam van een (Pythagorese) filosoof Sextus, in de tijd van de Apologeten (2de-3de eeuw) Christelijk bewerkt. Rufinus (♰ 410), de vriend van Hiëronymus, vertaalde ze in het Latijn, doch Hiëronymus was het niet eens met de vereenzelviging van deze Sextus met Sixtus (bisschop en martelaar, Rome 257-’58).

Overigens dragen deze spreuken in het godsbegrip een stempel van Platonisme, in de ethiek van Stoïcisme.Opvallend is de ascetische felheid, zelfs tegen het huwelijk (230, 239, 273, 13). De algemene levenstoon herinnert aan Clemens Alexandrinus: ook hier begint een samensmelting van Hellenisme en het Christendom der massa.

Lit.: E. Hennecke, Ntl. Apokryphen (1924), hfdst. XLVIII; (J. Kroll) Die Sprüche des Sextus, pp. 625-643 (Inl. en verzameling der 451 spreuken in de recensie van Rufinus); M. V.

Meyboom, Theol. Tijdschr. XXXII, p. 463 sqq.

< >