Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Semjon konstantinowitsj timosjenko

betekenis & definitie

Russisch militair (Foermanka, Bessarabië, 1896), diende van 1915-T7 bij de cavalerie, vocht tijdens de burgeroorlog eerst in ongeregelde afdelingen van het Rode leger, kreeg daarna steeds hogere posten, tot hij in Kaukasus en Krim optrad als divisiecommandant. Bij de verdediging van Tsaritsyn in 1919 verwierf hij zich het vertrouwen van Stalin en Worosjilow.

In 1922 verliet hij de militaire academie en kreeg hij het bevel over een cavalerie-corps. In 1935 werd hij maarschalk der Sovjet-Unie. Bij het uitbreken van Wereldoorlog II was hij bevelhebber van het militaire district Kiew, in welke kwaliteit hij deelnam aan de bezetting van de tot nu toe Poolse delen van de Oekraine. Hij onderscheidde zich in de veldtocht tegen Finland (1939-1940) en werd in 1940 lid van de Opperste Oorlogsraad en Volkscommissaris van Verdediging. In Juni van dat jaar bezetten zijn troepen Bessarabië. In de Duits-Russische oorlog commandeerde hij in 1941 het centrale front en in 1942 het Zuidfront tot de doorbraak der Duitsers in de richting van Stalingrad, toen hij van zijn post ontheven werd en verder slechts minder belangrijke frontsectoren commandeerde. Na Wereldoorlog II was hij volgens geruchten twee jaar lang instructeur bij de communistische troepen in China.Lit.: G. Kalinov, Les maréchaux soviétiques vous parlent (Paris 1950).

< >