Vlaams schrijver (Hoogstraten 29 Dec. 1848 -3 Apr. 1930), leerling van D. Sleeckx op de Normaalschool te Lier, werd aldaar in 1879 leraar in de Nederlandse taal en letterkunde.
In zijn novellen beschreef hij, in eenvoudige stijl en met bezadigd realisme, het leven op de Kempische heide. Hij leverde talrijke vulgariserende opstellen over Vondel evenals over problemen in verband met het onderwijs in de moedertaal.Bibl. (voorn. werken): Dorpsgeschiedenissen (Leuven 1879); In de Kempen (Antwerpen 1882); De Beren (Ninove 1890); Mie-Katrien (Antwerpen 1895); Bij de Kempenaars (Gent 1900); Bert Bal en zijn familie (Antwerpen 1926); Het huisgezin van den wagenmaker (ibid. 1927); Vondel, een levensbeeld (ibid. 1929).
Lit.: R. Sterkens, De letterkunde in de Antwerpsche Kempen van 1830 tot 1900 (Turnhout 1935); J. Salsmans, G. S. in: Jaarboek Kon. Vl. Academie 1941.