(Galama-state bij Koudum 25 Oct. 1528 - Hoxwier-state 22 Jan. 1581), ondertekende het Verbond der Edelen, verdedigde in de Staten van Friesland de vrijheid van godsdienst voor de Hervormden en sloot zich aan bij Lodewijk van Nassau, toen deze in Groningen viel. Alva verbande hem.
In 1572 veroverde hij met Sonoy Franeker voor de Prins van Oranje. In Noordholland wierf hij vervolgens krijgsvolk om de Prinsgezinden in Friesland te steunen. Toen echter kort daarna dat gewest zich aan Robles onderwerpen moest, nam hij de wijk naar Oost-Friesland. In 1577, na de val van Robles, werd hij grietman van Baarderadeel en hopman van een vendel voetknechten, in 1579 lid van Gedeputeerde Staten van Friesland en in 1580 ontvanger der kloostergoederen in zijn grietenij.
Hij was ijverig werkzaam de Unie van Utrecht tot stand te brengen. Zijn jongere broer, Hartman (1533-1568) volgde hem in de strijd voor geloofsvrijheid, maar werd, na een vergeefse poging van Hendrik van Brederode om in Amsterdam vaste voet te krijgen, op zijn reis naar Friesland gevangen genomen en 1 Juni 1568 met vele andere edelen te Brussel onthoofd.
