Nederlands jurist en archivaris (Groningen 14 Dec. 1858 - ’s-Gravenhage 22 Mei 1923), was van 1887-1896 Rijksarchivaris in Drente. In 1896 werd hij rechter te Rotterdam en in 1904 raadsheer in de Hoge Raad.
Gratama is als jurist vooral bekend door zijn studie over het recht van beklemming, terwijl hij voorts een belangrijk aandeel had in het tot stand komen van de Archiefwet 1918.Bibl.: Een bijdrage tot de rechtsgeschiedenis van Drenthe (1883); Archief-inventarissen van Koeverden (1889), Borger c.a. (1890); Meppel (1890) en Hoogeveen (1891); Drenthsche rechtsbronnen uit de 14de, 15de en 16de eeuwen (Werken v. d. Ver. tot uitg. van oud-vadeil. rechtsbronnen, 1894); Het beklemrecht in zijne geschiedkundige ontwikkeling (1893).
Lit.: R. Fruin, Ter herinn. aan Mr. S. Gratama (Ned.
Archievenblad, 1923-1924, blz. 67-73).