Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHWOB, marcel

betekenis & definitie

Frans schrijver (Chaville, bij Parijs, 23 Aug. 1867 - Parijs 26 Febr. 1905), was een erudiet, vertaler van Shakespeare en Defoe, kenner van Dostojevskij, Meredith, Dickens, R. L.

Stevenson en E. A. Poe. Hij had zich verdiept in klassieke schrijvers als Petronius, maar ook in de middeleeuwse hagiografie of het argot van Villon. Hij kende uit eigen aanschouwing het anarchistische bohème-leven van zijn tijd, maar ook de zelfkant van de samenleving, waarvan hij de ellende heeft getekend in het gevoelige Livre de Monelle (1895).Zijn in briljante stijl geschreven verhalen uit Cœur double (1891) of Le Roi au Masque d’or (1892) — hij was met R. de Gourmont de grootste prozaschrijver uit de symbolistische school — spelen bij voorkeur in de wereld van zeerovers, soldeniers en andere out-laws, en als zodanig is M. Schwob de voorganger geworden van schrijvers als Carco, Mac Orlan enz. Reeds jong aangetast door een ongeneeslijke ziekte zocht hij vergetelheid te vinden in het Oceanië van R. L. Stevenson, aan welke mislukte poging wij de Voyage à Samoa te danken hebben.

DR R. WIARDA

Bibl.: Les Œuvres complètes de M. S. (1927-1930, 10 vol.).

Lit.: P. Champion, M. S. et son temps (1927); M. Moreno, Souvenirs de ma vie (1948).

SCHWYZ

een van de Zwitserse „Urkantons” en van de 4 „Waldstatte”, groot 908 km met (1950) 71.080 inw., vnl. R.K. en grotendeels van Alamannische oorsprong, grenst in het O. aan Glarus, in het Z. aan Uri en (door het Vierwoudstedenmeer) aan Unterwalden, in het W. aan Luzern en Zug en in het N. aan Zürich en St Gallen. Het strekt zich uit over de Voor-Alpen en bestaat uit Ausser-Schwyz, dat door het district Einsiedeln, het gebied van de March en het meergebied wordt gevormd, en Inner-Schwyz, dat het grootste deel van de Schwyzer Alpen (o.m. Rigi, Mythen, Tronalp) omvat; daarbij komen Gersau en Küssnacht aan het Vierwoudstedenmeer. Ofschoon veeteelt hoofdbron van bestaan is, leeft ⅓ van de bevolking van landbouw en 2/5 van nijverheid. De voornaamste nijverheidstakken zijn katoenspinnerijen en -weverijen en zijde-industrie.

Vreemdelingenverkeer (Rigi en Einsiedeln) is van belang. Hoofdplaats is Schwyz, 520 m hoog, met (1941) ruim 9500 inw., vnl. R.K.

De bevolking is grotendeels van Alamannische oorsprong. Bij de grondwet van 1876 is het verplichte referendum ingevoerd. De wetgevende macht berust bij een kantonnale raad, de uitvoerende macht bij een regeringsraad van 7 leden onder voorzitterschap van de „landammann”. Behalve het Benedictijner-klooster Einsiedeln zijn er twee Capucijner- en 4 nonnenkloosters.

Geschiedenis.

Sedert de vroege Middeleeuwen was Schwyz een boerenrepubliekje onder het opperbestuur van de Habsburgers als landgraven. In 1240 bevrijdde keizer Frederik II het landje daarvan door het rechtstreeks afhankelijk te maken van het keizerrijk, maar de Habsburgers erkenden die beslissing niet. De Schwyzers sloten nu in 1291 met Uri en Unterwalden tegen de Habsburgers „een eeuwig verbond”, hernieuwd in 1315 na hun overwinning bij Morgarten. Deze overeenkomsten vormen de kern van het „Eedgenootschap”, dat langzamerhand zijn naam aan het kanton Schwyz ging ontlenen (zie Zwitserland, geschiedenis). De landstreken, die de Schwyzers in de strijd tegen Oostenrijk veroverden, vormden hun „onderdanen”. In de grote godsdienstoorlogen van de 16de-18de eeuw stond Schwyz aan de kant van de Katholieken en verdedigde zich in 1798 tegen de unitarissen van de Helvetische Republiek.

De federalisten verloren en de „onderdanen” van Schwyz werden bevrijd en gelijkgesteld met de vroeger heersende landjes. Bij de Bemiddelingsacte van 1803 kreeg Schwyz er slechts enkele terug, bij de Restauratie van 1815 wat meer. Volkomen gelijkstelling kwam pas in 1848.

Lit.: Th. Faszbind-Rigert, Gesch. des Kantons S. (5 dln, 1832-1838); P. Hüsser, Gesch. d. Unabhängigkeitsbestrebungen in Ausser-Schw., diss. Zürich (1926); K. Meyer, Die Urschweizer Befreiungstradition (1927); Idem, Der Ursprung der Eidgenossenschaft (1941).

< >