….(tekst ontbreekt)
bouw vindt men er niet. De bossen leveren jaarlijks 15 000 m3 hout. Van de steengroeven zijn de leigroeven van de Plattenberg de belangrijkste. Van de minerale bronnen is de zwavelbron van Stachelberg beroemd.
Het voornaamste middel van bestaan is de nijverheid die van de invoering der katoenspinnerij (1714) dateert. 70 pct der bewoners leeft van industrie, handel en handwerk. Het geringe aantal Glarners, in de landbouw werkzaam, is een gevolg van het feit dat het land geen plaats genoeg biedt voor dit beroep. Glarus was daarom vroeger een armoe-kanton. Door de vestiging van de textielindustrie evenwel vond een deel der Glarners een nieuw bestaan en kwam het kanton tot hogere welvaart.
Het bestuur van het kanton is zuiver democratisch. Het volk oefent zijn souvereiniteit gedeeltelijk zelf uit door de jaarlijks in het plaatsje Glarus bijeenkomende Landesgemeinde, deels door de vanwege haar aangestelde overheden. De wetgevende macht berust bij de Landsraad van 19 voor drie jaar gekozen leden; de uitvoerende macht bij de Regeringsraad van 5 leden. De hoofdstad is Glarus.
In de middeleeuwen was Glarus voor het grootste gedeelte bezit van het nonnenklooster Sackingen. Meiers waren sedert 1288 de Habsburgers, waarvan het land zich in 1388 onafhankelijk maakte (Slag bij Näfels). Sedert 1352 was het met beperkte rechten en sinds 1450 met volledige rechten lid van het Eedgenootschap. Merkwaardig voor de regering in het landje was, dat sedert 1683 Katholieken en Protestanten eigen bestuur hadden.
Tijdens de Helvetische Republiek was Glarus ingelijfd bij het kanton Linth, maar het herkreeg zijn zelfstandigheid in 1803. In 1837 werden de privileges der Katholieken ingetrokken en in 1887 had de laatste grondwetswijziging plaats.
Lit.: Chr. Heer, Gesch. d. Landes Glarus, 2 dln (1898); O. Bartel u.
A. Jenny, Glarner Gesch. in Daten (1936); G. Thürer, Gesch. des alten Landes G. (1936); J. Früh, Geogr. d.
Schweiz, Bd III (St Gallen 1938); J. Winteler, Das Land G. (1945); G. Mensch, Zwitserland, Harmonie der Contrasten (Meppel 1949).
(2), hoofdstad van het gelijknamige kanton, ligt aan de Linth (of Lynth) aan de spoorlijn Ziegelbrücke-Linthal op een hoogte van 481 m en telt (1950) ca 5400 inw. (65 pct Prot., 35 pct R.K.), die zich met industrie (katoenspinnerij, blekerij, meubelen houtwerkfabriek) bezighouden. De stad is na de grote Fhön-brand (10-11 Mei 1861) regelmatig gebouwd en heeft een Romaanse kerk, een mooi regeringsgebouw in Renaissance-stijl, een kunstmuseum en een natuurhistorisch museum. In Glarus is de zetel van de Glarnerische Kamer van Koophandel.