Zuidduits kunstschilder, beeldsnijder en medailleur (Ulm 1478 of 1479 - tussen 9 Aug. 1546 en 6 Febr. 1549), was reeds in 1496 leerling bij de Ulmse schilder Jörg Stocker, terwijl uit zijn bont coloriet contact met Holbein de Oude op te maken is. Na 1510 veranderde zijn stijl, en zijn kleuren werden zachter en gevoeliger.
De voornaamste werken uit zijn rijpe tijd zijn het Hutz-altaarstuk (1521, Ulm, Domkerk-) en een altaarstuk uit Wettenhausen (1524, München, Pinacotheek). De portretten van Itel Besserer 1516, Ulm, Domkerk) en van een onbekende man ca 1520, Wenen, Kunsthist. Museum) behoren tot de beste van zijn tijd. Als beeldsnijder was hij van minder belang. Met zekerheid wordt hem een aantal medailles toegeschreven.Lit.: Siegfr. Graf Pückler-Limburg, M. S. (Strassburg 1899); E. Weil, Der frühe S., in: Monatsh. f. Kunstwiss., 13 (1920); G. Habich, Die deutsch.
Schaumünzen d. 16. Jhdt. (1929-’34).