Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Samuel adrianus NABER

betekenis & definitie

klassiek philoloog (’s-Gravenhage 16 Juni 1828 - Amsterdam 30 Mei 1913), vormde met Cobet en Van Herwerden de trits der hoofdvertegenwoordigers der Graeciteit en vooral der tekstcritische richting in de 2de helft der 19de eeuw in Nederland. Aanvankelijk bij het gymnasiaal onderwijs werkzaam, werd hij hoogleraar te Amsterdam in 1871.

Hij richtte in 1852 het tijdschrift Mnemosyne op, waarvan hij tot zijn dood een der redacteuren was. Zijn drie hoofdwerken zijn de uitgave van het Lexicon van Photios (2 dln, Leiden 1864), van Fronto (Leipzig 1867), van Flavius Josephus (6 dln, Leipzig 1888-1896). In de theologie behoort zijn naam tot de zgn. Hollandse radicale school wegens zijn aandeel aan Allard Pierson’s Verisimilia (1886).Bibl.: Vier tijdgenooten (1894); Allard Pierson herdacht (1897);

Lit.: Alb. Schweitzer, Gesch. d. Leben-Jesu Forschung (1951)» P 446 v.; G. A. v. d. Bergh van Eysinga, Die holl.radikale Kritik d. N.T. (1912); K.

Kuiper, Levensber. van S. A. N., in: Jaarb. Kon. Akad. v. Wet. (1914); G.

E. W. v. Hille, in: Levensber. Ned. Mij v. Lett. (1914/ 15); Sertum Nabericum (1908).

< >