Mohammedaanse dynastie in N.O.-Perzië (Chorâsân) en Trans-Oxanië (West-Turkestan), welker heersers van 892-999 regeerden.
Deze dynastie was van Perzische oorsprong en de vader en grootvader van Ismâ’il îbn Ahmed (892-907), de eerste onafhankelijke Samaniedenvorst, hadden reeds als onderstadhouders gediend bij de Tâhirieden (zie Tâhirieden), die hun in de genoemde gebieden als stadhouders der ‘Abbâsieden in het Oosten waren voorafgegaan. De Tâhirieden waren nog maar slechts in naam afhankelijk van de Abbâsieden in Bagdad geweest; toen zij vooral door hun strijd met de uit Z.O.-Perzië gekomen Saffârieden zich moeilijk meer konden handhaven, wisten de Samaniedische onderstadhouders zich langzamerhand van hun rijk meester te maken. De hoofdstad der Samanieden was Boechara.
Tijdens hun grootste machtsontplooiing beheersten de Samanieden geheel Oost-Perzië, terwijl in West-Perzië de Boejiden waren opgekomen, die in 935 zelfs Bagdad onder hun heerschappij hadden gebracht. Daardoor was er geen sprake van, dat de Samanieden ook maar enigermate meer van Bagdad afhankelijk waren. Hun rijk is ten slotte ondergegaan in de strijd met de Ghaznawieden, oorspronkelijk hun onderstadhouders in Ghazna en Kaboel, en met de Karachanieden of Ilek-Chân’s, die in Kasjgar heersten en West-Turkestan van het O. uit veroverden. De regering van de Samanieden is vooral belangrijk geweest, doordat onder hen de nationale opleving der Perzen plaats had; in het Samaniedennjk liggen de wortels van de Perzisch-Mohammedaanse beschavingsvorm. De eerste Nieuwperzische dichters werkten aan het hof in Boechara en spoedig in de andere hoofdstad van het rijk, Nîsjâpôer. Bovendien waren de Samanieden voorkampers van de Mohammedaanse orthodoxie en bestreden zij de Sjî’a, die vooral in West-Perzië verbreiding had gevonden.
Lit.: Ch. Defrémery, Histoire des Samanides par Mirkhond (Paris 1845); Moh. Nerchakhy, Description topograph. et histor. de Boukhara, publ. p. Ch. Schefer (Paris 1892); W. Barthold, Turkestan down to the Mongol Invasion (London 1928); B.
Spuler, Iran in früh-islam. Zeit (Wiesbaden 1952); E. G. Browne, Literary History of Persia I (Cambridge 1929).