Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kaboel

betekenis & definitie

(Kabul, in de Oudheid Ortosopana of Kaboera) is de hoofdstad van het koninkrijk Afghanistan en van de (1948) 2 817 230 inw. tellende, gelijknamige provincie en heeft zelf (1948) 206 200 inw. De stad ligt op 1760 m hoogte in een driehoekige kloof van de Kaboelrivier (een bijna 500 km lange rechterzijrivier van de Indus).

Buiten de stad is de moderne residentie-voorstad Dares-Salaam verrezen. Ten Z.O. van de stad verrijst op een 50 m hoge rots het fort Bala-Hissar. Er is een goede, ca 320 km lange autoweg naar Pesjawar (Pakistan) via de Kaiberpas aan de oostelijke grens van Afghanistan. Bij Kaboel bevindt zich ook een radiostation. De bij de stad gelegen vliegvelden Khwadsja-Rawasj en Sjarpoer dienen als militaire luchtvaartbases. Kaboel heeft enige industrie.

De universiteit (1932) telt vier faculteiten (w.o. een medische). Het hoogste gerechtshof zetelt eveneens in Kaboel.De stad vervulde reeds in de vroege Middeleeuwen een belangrijke strategische functie en nam deel aan vele oorlogen. In 1504 werd zij door keizer Baboer, wiens praalgraf enige km naar het Z. ligt, tot hoofdstad gemaakt en bleef dit afwisselend onder verschillende dynastieën. In de 19de eeuw speelde Kaboel een belangrijke rol in verschillende oorlogen met de Britten. In 1842 werd de stad door de Engelsen en in 1874 door een aardbeving verwoest. In 1879 en 1883 werd zij gedwongen een Britse resident op te nemen, doch sedert 1923 onderhoudt Afghanistan zelfstandig diplomatieke en consulaire relaties.

< >