Frans rechtsgeleerde (Beaune 14 Jan. 1855 - Parijs 3 Mrt 1912), hoogleraar aan de universiteiten te Grenoble, Dijon en, van 1895 tot zijn overlijden, te Parijs, geldt naast F. Gény , M.
Planiol en H. Capitant als een van de grote figuren die, in de afgelopen halve eeuw, de studie van het privaatrecht tot nieuwe en rijke ontplooiing hebben gebracht. Zijn geschriften, die vnl. privaatrechtelijke problemen betreffen — aan vragen van arbeidsrecht en strafrecht heeft hij meer incidenteel aandacht gewijd —, onderscheiden zich, behalve door een levendige betoogtrant die ook aan zijn onderwijs een bijzondere charme moet hebben gegeven, door een sterke rechtshistorische en rechtsvergelijkende belangstelling en door een streven naar drieledige synthese: van de zuiver-juridische analyse en het sociologisch onderzoek, van het recht-boven-het-recht en het wetsvoorschrift, en van het concrete geval en de algemene regel.Zo neemt hij dan gelijkelijk stelling tegen een eenzijdig legisme en tegen een niet minder eenzijdig realisme, tegen een stroef natuurrecht en een onoverzichtelijke casuïstiek, tegen ongebreideld historisme en tegen een rechtsvinding, enkel betrokken op de bepalingen van hier en nu; zo is hij de exponent geworden van wat men wel heeft genoemd de progressieve interpretatie, uitleg van de wet, maar geïnspireerd op de ontwikkeling van het recht en de behoeften van het maatschappelijk leven: zo kan hij niet worden gerekend tot enige school, en kan de school, door hem gesticht, alleen worden gekenschetst door een visie op, een aanvatting van de rechtsvragen, niet door een eigenlijk program.
Saleilles’ werk is sterk bevrucht door de, in het tijdperk van zijn eerste publicaties, zeer de aandacht vragende ontwerpen van het Duitse Burgerlijke Wetboek, van welk wetboek hij ook de uiteindelijke tekst voor een belangrijk deel heeft vertaald, ingeleid en gecommenteerd; tot het typisch-Franse karakter van zijn geschriften, bepaaldelijk tot uiting komend niet alleen in de stijl maar ook in de weerstand tegen starre dogmatiek en legislatief perfectionisme, heeft dit echter niet afgedaan. Ook ander buitenlands recht heeft zijn belangstelling gehad, en de opbloei van rechtsvergelijkende studiën in Frankrijk is grotendeels aan zijn initiatief en aansporing te danken.
Van de rijke perspectieven die Saleilles o.m. door zijn werk over rechtspersoonlijkheid, over bezit en eigendom, over verbintenissen uit contract en uit onrechtmatige daad, voor de tijdgenoot en de lateren heeft geopend, alsook van de bijzondere plaats die hij in de rechtsgeleerde wereld heeft ingenomen, geeft het in 1914 verschenen verzamelwerk, l'Œuvre juridique de Raymond Saleilles een treffend beeld.
PROF. MR I. KISCH
Bibl.: Essai d’une théorie générale de l’obligation d’après le code civil allemand (Paris 1890); Les Accidents de Travail (Paris 1897); l’Individualisation de la Peine (Paris 1897); De la Déclaration de Volonté (Paris 1901); Mélanges de Droit comparé, I, II (Paris 1904-1907); Code civil allemand I (Paris 1904); De la Personnalité juridique (Paris 1910); Ecole historique et droit naturel, in Revue trimestrielle de Droit civil (1902).
Lit.: Thaller e.a., l’Œuvre juridique de R. S. (Paris 1914); Gaudemet in Revue bourguignonne de l’Université de Dijon (1912); Jonesco, l’Œuvre de Raymond Saleilles en Droit civil comparé (Paris 1919); Bonnecase, La Pensée juridique française I (Bordeaux 1933), p. 437 v.