Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Beiroet

betekenis & definitie

(Beyrouth) is de hoofdstad (1940: 233 970 inw.) van de onafhankelijke republiek Libanon*, haven aan de Middellandse Zee, op 330 54' N.Br. en is gelegen aan de voet van het Libanongebergte. De stad, door haven en handel een van de belangrijkste nederzettingen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee, verheft zich op een vooruitstekend gedeelte van de kust aan een naar het N. zich openende baai, die ook bij storm aan de schepen een veilige ligplaats biedt.

Beiroet is de haven van Damascus, waarmede het door een spoorweg is verbonden (ong. 150 km). De in 1942 geopende spoorweg naar Haïfa, welke in 1943 doorgetrokken werd, geeft een rechtstreekse verbinding met Egypte. Luchtlijnen verbinden de stad met Bagdad, Cairo, Damascus en het eiland Cyprus. In 1943 deden 387 schepen metende 139 473 ton de haven aan. Ingevoerd worden levensmiddelen en dranken, textiel, plantaardige en dierlijke producten, chemische producten, ijzer- en ijzerwaren. Uitgevoerd worden textiel, vruchten en groenten, dierlijke producten.

Bekend is de wijn van de Libanon (Vino d’oro). De oude stad is dicht opeen gebouwd. Het klimaat is aangenaam met het gevolg dat vele Europeanen er zich vestigden en voorsteden, op Europese wijze gebouwd, aan de zuid- en oostzijde van de oude stad verrezen. De stad werd het geestelijk centrum van Syrië en telt binnen de grenzen tal van kerken en onderwijsinrichtingen, w.o. drie universiteiten: de Amerikaanse (sinds 1920); de Syrisch-Protestantse (sedert 1916) en de R.K. St Josephs Universiteit (sinds 1875, onder leiding der Jezuïeten). Beiroet is de zetel van een Maronietischen en een Grieksen bisschop en een R.K.

Apostolisch Delegaat. Als plaatselijke nijverheid is o.a. tapijtweverij te noemen.Beiroet is het oude Berytus, dat reeds in de Amarna-tijd een koninkrijk vormde. De naam is waarschijnlijk afgeleid van het Semietische woord bi’r, dat „bron” betekent. Augustus maakte er een militaire kolonie (Colonia Julia Augusta Felix Berytus) van. De stad was toen beroemd door een leerschool voor rhetorische en juridische wetenschap. In de 4de eeuw n. Chr. werd zij door een aardbeving verwoest, door keizer Justinianus I herbouwd en in 635 door de Arabieren veroverd.

In 1110 viel Beiroet in handen der Kruisvaarders maar kwam in 1291 weer aan Egypte. Onder de Turkse heerschappij sedert 1517 werd zij het centrum van de macht der Druzen-emirs. Sedert 1763 was zij onder direct Turks bestuur. Onder Mohammed Ali van Egypte onderging Beiroet in 1840 een bombardement van de Engelse, Oostenrijkse en Turkse vloten. De Christenvervolging in de Libanon van 1860 dwong vele Maronieten zich te Beiroet te vestigen. Sedert is de stad sterk in bloei toegenomen en, een Christelijk centrum geworden na Wereldoorlog I, werd Beiroet de hoofdstad van het mandaatgebied Libanon en na Wereldoorlog II hoofdstad van de onafhankelijke staat van die naam.

Van het Justiniaanse Beiroet zijn nog belangrijke ruinen over: de Anastasia-kathedraal, de kerk van den H. Judas (midden in de latere Kruisvaardersstad) en de aan Maria Theotokos toegewijde havenkerk.

Lit.: Salih Ibn-Jahja, Gesch. van B. (Arabisch, uitgeg. door Cheikho, Beiroet 1902); G. Karalevsky, Hist. des patriarchats Melkites III (Rome 1911, 319-324); B. Meistermann, Guide de Terre Sainte (Paris 1923; 565 vlg.); George-Samné, La Syrië (Paris 1920); P. Gollinet, Histoire de Pécole de droit de Beirut (Paris 1925).

< >