(Seida, d.i. de „gelukkige”, het oude Sidon), stad in het Z.W. van de republiek Libanon, aan de Middellandse Zee gelegen, telt (1949) 19.300 inw. De Frans-Arabische pijpleiding, in 1950 gereedgekomen, heeft haar eindpunt in Sidon.
Van deze leiding verwacht men een grote opbloei van de haven van deze stad. In de nabijheid liggen Oudphoenicische necropolen en de kapel Mar Elias. Het oude Sidon was de belangrijkste stad van Phoenicië (1600-1300 v. Chr.). In die tijd was er levendige handel in eigen producten (glas, linnen en parfum). Door vele oorlogen verloor het sterk aan betekenis.
In 1291 werd Sidon Turks en bloeide in het begin der 17de eeuw als residentie van de vorst Fachr Eddin der Droesen door haar zijdehandel en als haven van Damascus. In de 18de eeuw deed de concurrentie van Beiroet haar handel teniet.
