Vlaams landschapschilder (Aalst 4 Aug. 1867 - Leupegem 16 Sept. 1941), behoorde, nadat hij zich in 1893 te Afsnee had gevestigd, met Albinus van den Abeele en George Minne tot de vroegste vertegenwoordigers der Latemse school. Hij kreeg zijn opleiding aan de academies te Aalst en Gent en op het atelier van Frans Courtens, wiens impressionnisme hij na 1898 liet varen.
Hij schilderde bij voorkeur landschappen als wijd-uitgestrekte panorama’s, waarin hij de details zeer glad en helder op de manier van Breugel weergaf en de menselijke figuur slechts zelden liet optreden. Men heeft zijn werk, dat veel navolgers had, wel „Flandria illustrata” genoemd. Tijdens Wereldoorlog I verbleef hij in Wales, maar vestigde zich daarna weer in Vlaanderen, waar hij juist in die latere jaren zijn rijpste werk maakte.Lit.: A. de Ridder, V. de S. (Antwerpen 1938).