Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUTTEN, george albert

betekenis & definitie

Belgisch sociaal leider (Dendermonde 10 Aug. 1875 - Brussel 26 Mei 1952), trad zeer jong in de orde der Dominicanen (Pater Ceslas), promoveerde te Leuven in 1900 tot doctor in de politieke en sociale wetenschappen, werd leraar aan de school voor Kunsten en Ambachten te Gent (1901-1913) en werkte zich op als een der meest bevoegde en geestdriftige voorvechters der R.K. sociale leerstellingen. Van 1904 tot 1919 bestuurde hij het „Algemeen Secretariaat der Christelijke Beroepsverenigingen van België”.

In 1904 stichtte hij de Vlaamse Sociale Weken, en, weinig nadien, de Waalse Sociale Weken, die de sociale en geestelijke vorming van militanten, vrijgestelden en sympathisanten der Christelijke arbeiders nastreefden. Tijdens Wereldoorlog I verbleef hij in het buitenland als afgevaardigde van kardinaal Mercier en bereisde Engeland en de V.S. waar zijn talrijke voordrachten vele belangstellenden trokken. In 1920 werd hij professor aan het Groot Seminarie te Mechelen. In 1921 stichtte hij het „Algemeen Christelijk Werkersverbond”. In 1921 verkoos de Senaat hem tot gecoöpteerd lid. Zijn parlementaire actie was vooral gewijd aan sociale vraagstukken, het onderwijs, de openbare moraliteit en de gezondheid.Bibl.: Nos grèves houillères et l’action socialiste (1900); Mineurs du Bassin houiller du Couchant de Mons (Paris 1901); Pourquoi nous voulons des syndicats chrétiens (1905); L’Union internationale des ouvriers de l’industrie textile (1902); Les secrétariats d’œuvres sociales (Paris 1907); Handboek voor sociale studiën (1911); Manuel d’étude et d’action sociales à l’usage du jeune Clergé (1930); La doctrine sociale de l’Eglise (Paris 1932); De sociale leer der Kerk (Antwerpen 1932); Sociale studie en sociale actie (Brugge 1932); Manuel d’étude et d’action sociales (1946).

< >