Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUTTEN, felix johan joseph hubert

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (Sittard 13 Juli 1882), studeerde letteren te Leuven, Luik en Utrecht. Zijn lyriek, neigend naar het mystieke, is gevoelig, maar toch van een te vlakke versificatie, die, zodra zij de tendentie heeft van het hoogstrevende, onvermijdelijk in een gladde perfectie verloopt.

Zijn reisverhalen vormen een aantrekkelijke, onderhoudende lectuur, steeds ongemeen belangwekkend en in sommige fragmenten van grote schoonheid. Sinds bijna twintig jaar woont hij te Rome.Bibl.:

lyriek: Eerste verzen (1904); Avondrood (1913); Goede Vrijdag (1914); Sonnetten (1921); De verzonken tuin (1924).

Dramatisch: Hagar (1917); Beatrijs (1918); Eva’s droom (1918); Jessonda (1920); Slachtoffers (1921).

Proza: Limburgsche sagen (1916); Spanje (1924); Brugge (1925); Polen (1931); Joegoslavië (1937); De tocht naar Morgenland (1938).

< >