Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RUDOLF (rooms duitsland)

betekenis & definitie

naam van twee Rooms-Duitse koningen.

Rudolf I van Habsburg (kasteel Limburg, Breisgau, 1 Mei 1218 - Spiers 15 Juli 1291; Rooms-Duits koning van 1273-1291), was de oudste zoon van Albrecht IV, graaf van Habsburg en landgraaf in Opper-Elzas, Zürichgouw en Aargouw. Tijdens de periode van het Interregnum was hij aanhanger van de door de paus afgezette keizer Frederik II en diens zoon Koenraad IV. Zijn verkiezing tot Rooms koning (29 Sept. 1273), na de dood van Richard van Cornwall, had hij grotendeels te danken aan zijn schoonbroeder Frederik III van Hohenzollern. Hij werd te Aken gekroond op 24 Oct. 1273. Om ’s pausen bekrachtiging te bekomen zag hij af van al zijn keizerlijke rechten te Rome, in de pauselijke staten en Sicilië en beloofde tevens een nieuwe kruistocht. Hiervan is echter evenmin iets gekomen als van een keizerskroning.

In Duitsland moest hij de strijd aanbinden tegen Ottokar van Bohemen, die hem weigerde te erkennen. Op 26 Aug. 1278 werd Ottokar bij Dürnkrut op het Marchfeld (ten N. van Wenen) verslagen en gedood.

Aan Rudolf schonk dit de gelegenheid om zijn familiegoederen in de Donaulanden ten zeerste uit te breiden. Oostenrijk, Stiermarken en de Krain schonk hij in een leen aan zijn zoons. Hij slaagde er tevens in de koninklijke, opnieuw te verstevigen ten nadele van de rijksvorsten. Zelfs in de Nederlanden heeft hij opnieuw macht willen verwerven door te steunen op de Avesnes in hun strijd met de Dampierres. Hij slaagde er echter niet in zijn zoon als opvolger door de rijksvorsten te doen verkiezen.

Lit.: O. Redlich, Rudolf v. Habsburg (1903); A. Demski, R. v. H. u. die röm. Kaizerkrone unt.

Nikolaus III (1906); H. Otto, Die Beziehungen R. zu Gregor X. (1894); H. Roeder, R. v. H. als röm. König (1926); K. Hampe, R. v. H. (in: Herrschergestalten des deutschen Mittelalters, 1927).

Rudolf II (Wenen 18 Juli 1552 - Praag 20 Jan. 1612; regeerde als keizer van 1576-1612). Hij was de zoon en opvolger van Maximilliaan II, was aan het Spaanse hof opgevoed en daardoor onder invloed gekomen van de Contra-Reformatische politiek. Ofschoon een geestelijk hoog ontwikkeld man, bleek hij ongeschikt voor de politiek, maar op het kasteel het Hradsjin te Praag bracht hij de kostbaarste wetenschappelijke kunst- en rariteitenverzameling van zijn tijd bijeen. Onder zijn waardevolle handschriften bevond zich de Wulfila-bijbel, onder de door hem beschermde geleerden waren Kepler en Tycho Brahe, maar allerlei occultistische praktijken hadden toch het meest de belangstelling voor de keizer. Toen hij meer en meer zenuwziek werd en tegenover de Turkenaanval en Hongaarse opstand van 1604 een volledig gebrek aan activiteit aan de dag legde, noodzaakten zijn broeders en neven hem de kronen van Oostenrijk, Hongarije en Moravië neer te leggen. Nu trachtte hij de Boheemse stenden voor zich te winnen door deze in 1609 een soort grondwet toe te staan, de Majesteitsbrief, waarbij aan Protestanten en Katholieken dezelfde rechten gegeven werden.

Tevoren had Rudolf nogal een scherpe Contra-Reformatische politiek gevoerd. In 1611 moest hij ook Bohemen aan zijn broer Matthias afstaan.

Lit.: A. Grindely, R. II und seine Zeit, 2 dln (1863-1865); F. v. Bezold, Kaizer Rudolf II (1885); F. Stieve, R. II, Deutscher Kaiser (in: Abhandl.

Vorträge u. Reden, 1900); v. Bibl, Die Religionsreformation Kaiser R.’s II in Oberösterreich (1921).

< >