of tussenbestuur noemt men in het algemeen de tijd tussen de dood of de troonsafstand van een staatshoofd en het ogenblik waarop zijn wettige opvolger de teugels van het bewind aanvaardt. In het bijzonder wordt met deze term aangeduid de periode in de geschiedenis van het Duitse rijk, aanvangende met de dood van Koenraad IV (1254), resp. die van Willem II van Holland (1256) en eindigende met de verkiezing van Rudolf I van Habsburg (1273).
Richard van Cornwall en Alfonsus X van Castilië waren in deze periode niet meer dan schijnkoningen.