Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROSSEM, maarten van

betekenis & definitie

heer van Rossem en Poederoyen, Gelders krijgsoverste uit de dagen van Karel V (Zaltbommel 1478 - Antwerpen? 7 Juni 1555), kwam al vroeg, zeker vóór 1516, in dienst bij Karel van Egmond, Hertog van Gelre. Hij stond weldra aan het hoofd van een ruiterbende en was jarenlang bevelhebber van de troepen van Karel voor wie hij ook korte tijd stadhouder van Friesland was, toen dit land de hulp der Geldersen had ingeroepen Hij streed hier echter niet met succes, evenmin als in Overijsel en Utrecht, waar hij vele, meer op plunder- dan op veldtochten gelijkende ondernemingen uitvoerde.

In 1528 werd hij veldmaarschalk en volbracht een tocht naar Utrecht en Holland, waarbij o.a. Den Haag werd geplunderd. Daarna streed hij weer in Utrecht, Overijsel en het N. van Brabant. Tussen 1532 en 1534 vinden wij hem in Oost-Friesland. Na de dood van Karel trad hij in dienst van Willem van Gulik. In 1542 deed Van Rossem een inval in Brabant, plunderde onderscheiden dorpen in de Meierij en veroverde het kasteel Hoogstraten terwijl hij René van Châlon-Oranje in een hinderlaag lokte en tot de terugtocht naar Antwerpen dwong.

De Geldersen plunderden nu in Brabant, maar werden voor Leuven zo ernstig teruggeslagen, dat zij naar Luxemburg trokken, om zich aldaar met het Franse leger te verenigen. Nog in 1542 bedreigde hij Holland met een inval, waarvan vele steden zich vrijkochten.

In 1543 verbrandde hij enige dorpen in Luxemburg, trok daarna naar Amersfoort, dat zich bij verdrag overgaf, en liet opnieuw de Meierij uitplunderen. Aan de laatste strijd van de hertog tegen Karel V, in het Overkwartier, nam Van Rossem deel, zonder succes. Bij het verdrag van Venlo (7 Sept. 1543), dat hij mede tekende, bedong hij vrijheid om in dienst van de Keizer te gaan, wat hij ook deed: hij streed nog in Frankrijk tegen Frans I. Na jaren van rust nam hij met grote ijver en kundigheid deel aan de strijd van Karel V tegen Hendrik II, in N.O.-Frankrijk en de Z. Nederlanden, overal zijn legers betalend met ontzettende plunderingen. Hij versterkte hier verschillende vestingen, o.a.

Luxemburg. Evenals vele zijner soldaten werd hij aangetast door een besmettelijke ziekte en overleed te Antwerpen of te Charlemont bij Givet.

Van Rossem was zeer rijk, bezat vele kastelen (o.a. de Cannenburg en het Loo) en kunstvol ingerichte huizen te Arnhem („Duivelshuis”) en te Zaltbommel. Hij bleef ongehuwd.

Lit.: N. Ned. Biogr. Woordenboek, IX, 889 vg.; J. C. v. d. Does, M. v.

R., De glorieuse Geldersche legeraanvoerder (Utrecht 1943); I. A. Nyhoff, M. v. R. (in: Geld. Volksalmanak, 1861).

< >