Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROSENBERG, alfred

betekenis & definitie

Duits nationaal-socialistisch filosoof-politicus (Reval, tegenw. Tallinn, 12 Jan. 1893 - Neurenberg 16 Oct. 1946), oorspronkelijk Russisch onderdaan, van Duits-Baltische afkomst, studeerde voor ingenieur-architect en week in 1919 uit naar München.

In 1921 werd hij redacteur, in 1923 hoofdredacteur, van de Völkischen Beobachter, het officiële orgaan van de N.S.D.A.P. In 1933 werd hij hoofd van het bureau voor buitenlandse politiek der partij, terwijl hem in 1934 het oppertoezicht over de geestelijke en wereldbeschouwelijke vorming in de partij werd toevertrouwd.Op buitenlands-politiek terrein is Rosenberg spoedig voorbijgestreefd door von Ribbentrop, maar zijn betekenis ontleent hij aan zijn poging, het nationaal-socialisme een filosofische en pseudo-religieuze grondslag te geven. Zijn hoofdwerk, Der Mythus des 20. Jahrhunderts (1930), was na Hitler’s Mein Kampf het meest gelezen boek onder het nat.-socialisme.

Voortbouwend op de theorieën van De Gobineau en H. St. Chamberlain gaat hij uit van de geestelijke ongelijkwaardigheid der rassen. De 20ste eeuw stelt aan het Germanendom de opgave, de „rassenziel” tot leven te wekken en deze als hoogste waarde te herkennen voor politiek, aesthetiek en religie. Het Jodendom beschouwt hij als de aartsvijand der Germanen. Tegenover het Christendom staat hij niet a priori afwijzend — Jezus is volgens hem waarschijnlijk van Arische afstamming — maar hij wil dit zuiveren van „Paulinisch-Joodse smetten”.

In zijn religieuze opvattingen knoopt hij, de eenheid van Schepper en schepsel beklemtonend, aan bij de middeleeuwse mysticus Meister Eckhard, zoals hij die begreep. De R.K. Kerk beschouwt hij als een voortzetting van de Joodse godsdienst voor niet-Joden.

Op 17 Nov. 1941 werd Rosenberg, vanouds een voorvechter voor Duitse kolonisatie in de Oekraine, rijksminister voor de bezette gebieden in het O. Door het verdere verloop van de oorlog heeft hij als zodanig weinig meer kunnen uitrichten. Na de Duitse capitulatie werd hij door de Geallieerden gearresteerd. Medebeklaagde in het grote proces tegen de Duitse oorlogsleiders te Neurenberg, werd hij wegens „misdaden tegen de vrede, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en samenzwering om deze misdaden te plegen” ter dood veroordeeld en opgehangen.

Bibl.: Die Spur des Juden im Lebenswandel der Zeiten (1920); Wesen, Grundsätze und Ziele der N.S.D.A.P. (1922); Die Hochfinanz als Herrin der Arbeiterbewegung in allen Ländern (1924); Der Zukunftsweg einer deutschen Aussenpolitik (1926); H. S. Chamberlain als Verkünder u. Begründer einer deutschen Zukunft (1928); An die Dunkelmänner unserer Zeit (1935); Prot. Rompilger; der Verrat an Luther u. der Mythus des 20. Jahrhunderts (1937); Gold u. Blut (1941).

Lit.: A. R. Chandler, R.s Nazi Myth (1945).

< >