natuuronderzoeker en ethnograaf in Ned.-Indië (1817 - 1888), nam, als gevolg van zijn groot verlangen de tropen te leren kennen en het gebrek aan middelen om dit zelf te betalen, als soldaat dienst in het Ned. koloniale leger. Als helper van Junghuhn en bij de terreinopneming maakte hij veel studie van mensen en dieren.
Later werd hij belast met reizen ten behoeve van de Ned. Rijksmusea.Bibl.: Reistogten in de afdeeling Gorontalo (1865); Reis naar de Zuidoostereilanden in 1865 (1867); Beschrijving van eenige gedeelten van Ceram (Tijdschr. Ind. T.L.V. 16, 1867); Reistochten naar de Geelvinkbaai op Nieuw-Guinea in 1869 en 1870 (1875); Der malayische Archipel (1878).