Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROSEN, friedrich

betekenis & definitie

Duits oriëntalist en diplomaat (Leipzig 30 Aug. 1856 - Peking 27 Nov. 1935), zoon van de oriëntalist Georg Rosen (Detmold 24 Sept. 1820 - 29 Oct. 1891), was consul te Beiroet, Bagdad en Jeruzalem tot 1901, vervulde van 1905 tot 1908 diplomatieke zendingen, o.a. in Abessinië en Marokko, in 1908 gezant in Perzië, in 1910 in Roemenië, in 1912 in Portugal, in 1916 in Nederland, in 1920 in Spanje, van Mei tot Oct. 1921 minister van Buitenlandse Zaken in het eerste kabinet-Wirth. Hij schreef vooral over Perzië en Perzische taal en letterkunde.

Bibl.: Neupersischer Sprachführer (1890; 3de dr. 1921); Die Sinnsprüche Omars des Zeltmachers (1909; 5de dr. 1922, vert. v. de kwatrijnen van Omar Chajjâm); Elementa Persica (1915. nieuwe uitg. v. h. boek v. z. vader Georg), Persien in Wort und Bild (1921). Autobiografisch: Oriental Memoirs of a German Diplomatist (1930); Aus einem diplomatischen Wanderleben (1931-’32).

< >