meer bekend onder de (historisch onjuiste) naam Orlando di Lassus (di Lasso, Lasso), een der belangrijkste vertegenwoordigers in het laatste tijdperk der klassieke vocale polyphonie. (Bergen, Henegouwen 1532 München 14 Juni 1594) trad op 12-jarige leeftijd als koorzanger in dienst van de onderkoning van Sicilië, verbleef vervolgens enige tijd te Milaan, Napels, Rome, Antwerpen, Venetië, en trad ten slotte (eerst als koorzanger 1556-1563, daarna als dirigent 1563-1594) in dienst van de hertog van Beieren. Hij componeerde in een veelzijdigheid van stijl zeer vele gezangen o.m. de boetepsalmen, Patrocinium Musices (5 dln, 1573-1576), Cantiones sacrae (1562 enz.) en het Magnum Opus Musicum (1604).
Lit.: E. Lowinsky, Die stilistischen Grundlagen der Motetten L.’s (1933); L. Behr, Die deutschen Gesänge O. d. L.’s, diss. Würzburg (1935); E. Lowinsky, Das Antwerpener Motettenbuch O. d. L.’s (Haag 1937); L. Balmer, O. d. L.’s Motetten (Bern 1938).