(Copepoda) vormen een zeer belangrijke soortenrijke orde van kleine schaaldieren, waarvan vele zeer algemeen zijn en tot het plankton behoren (fig. 1). Een carapax ontbreekt (zie schaaldieren).
Van het borststuk vergroeien 1 of 2 segmenten met de kop. Laatstgenoemde draagt het 1ste en 2de paar antennen; vooral het eerstgenoemde paar is zeer lang en speelt een rol bij het zwemmen. Het borststuk draagt doorgaans 4 paar typische zwempoten (splijtpoten). Het achterlijf is smaller dan het borststuk, mist ledematen en draagt een telson met furca (zie schaaldieren). Merkwaardig is dat het ongepaarde Naupliusoog (zie schaaldieren) persisteert; één der geslachten heet dan ook Cyclops (= cycloop). Gepaarde samengestelde ogen ontbreken.
Er is echter uit het Trias een fossiele roeipootkreeft (Euthyrocarcinus Kessleri) bekend, die in het bezit is van 1 paar samengestelde ogen. Deze zijn dus bij de recente vormen verdwenen. Genoemde fossiele vorm munt bovendien uit door reusachtige afmeting (lichaamslengte incl. furca 5 cm). Bij het wijfje der roeipootkreeften monden aan het 1ste achterlijfssegment de beide eileiders, wier secretieproduct de uittredende eieren inhult, die als een paar „eierzakjes” aan het achterlijf blijven hangen tot de Naupliuslarve (zie schaaldieren) uitkomt.Behalve de vrijlevende roeipootkreeften kent men een groot aantal parasitaire vormen, die op de huid en de kieuwen van vissen leven en de typische kenmerken van de groep geheel of ten dele kunnen verliezen, zodat alleen de ontwikkelingsgeschiedenis uitmaakt, dat zij tot de roeipootkreeften behoren. Voorbeeld: Lernaea branchialis, het wijfje leeft op de kieuwen van schelvisachtigen (Gadidae) (fig. 2).
Behalve de typische roeipootkreeften (Eucopepoden) worden ook de karperluis of visluis met zijn verwanten als Branchiura tot de Copepoden gerekend (fig. 3). Deze Branchiura bezitten nog de gepaarde samengestelde ogen naast het Naupliusoog. De karperluis (Argulus foliaceus) is een afgeplat dier met zuigende monddelen en gereduceerd achterlijf. Hij hecht zich aan kieuwen en huid van verschillende zoetwatervissen, maar zwemt ook vrij in het water rond.