(Mentha L.,) plantengeslacht uit de familie der Labiatae, met 15 veelal gynodioëcische soorten, vnl. in de gematigde streken der Oude Wereld, sterk aromatische overblijvende kruiden met bijna regelmatige bloemen met 4 ongeveer even lange rechte meeldraden. In Nederland vindt men afgezien van enige bastaarden: M. arvensis L. (Akkermunt), algemeen op akkers, met bladokselstandige schijnkransen evenals de in het Maasgebied vrij algemene, kleinbladige [i]M.
Pulegium[/i] L. Polei)-, M. aquatica L. (Watermunt), algemeen aan en in water, met bolronde, eindstandige bloemhoofdjes; voorts M. rotundifolia Huds. (Witte Munt), algemeen in Z.-Limburg met een lange eindtros evenals de in het Rijngebied algemene M. longifolia Huds. (syn. silvestris L.), de zgn. Hertsmunt. Veel gekweekt worden: de Echte kruizemunt M. crispata Schrad.), een vorm met gekroesde bladen van de Groene Munt (M. spicata L. em. Huds., syn. M. viridis L.), en M. piperita L. Pepermunt), een bastaard van laatstgenoemde soort met de Watermunt, die de perpermuntolie levert.
