Nederlands schilder en grafisch kunstenaar (Rotterdam 1 Aug. 1814 - 24 Sept. 1894), leerling van de Haagse Academie, van W. J.
J. Nuyen en A. Waldorp. Hij maakte reizen naar België, Duitsland en Frankrijk, schilderde landschappen, doch vooral historie- en soldatenstukken, meestal in klein formaat. Beinvloed door de Franse romantische schilders toont hij zich een meester in het weergeven van de beweging en uitdrukking zijner talrijke figuurtjes. Zijn coloriet is wel uniform, maar fijn.
Niet alleen uit zijn schilderijen spreekt zijn uitgesproken illustratief talent, maar ook wist hij door zijn kennis van oude klederdrachten en gewoonten, zijn gemakkelijke wijze van groeperen en zijn knappe aquarelleertechniek de illustratiekunst op een voor Nederland ongekende hoogte op te voeren, ook in zijn litho’s, houtsneden en etsen. Zo illustreerde hij o.a. Vondel en de bekendste schrijvers uit zijn tijd als J. van Lennep, Mevr. Bosboom-Toussaint, Tollens en De Genestet. Tussen 1865-1868 maakte hij theater-affiches voor de Amsterdamse Schouwburg.Lit.: Franken en Obreen, l’Œuvre de Ch. R., Essai d’un Cat. Rais. de ses tableaux enz. (Rotterdam 1894); P. A. Scheen, Honderd Jaar Ned. Sch.- en Teekenkunst (Den Haag 1946); J. Knoef, Van Romantiek tot Realisme (Den Haag 1947).