Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RINGERS, johannes aleidis

betekenis & definitie

Nederlands waterbouwkundige (Alkmaar 2 Jan. 1885), behaalde in 1906 te Delft het diploma civielingenieur, trad in dienst van de Rijkswaterstaat, werkte enkele jaren bij de Ned.-Ind. Spoorwegmij op Java.

Hij maakte naam door zijn aandeel in de bouw van de grote sluis te IJmuiden, werd in 1928 benoemd tot directeur-hoofduitvoerder van de M.U.Z. (Mij tot uitvoering der Zuiderzeewerken), in 1930 tot directeur-generaal van de Rijkswaterstaat en in 1935 tot lid van de Raad van Beheer van de Ned. Ind. Spoorwegmij.Tijdens de bezetting was hij regeringscommissaris voor de Wederopbouw. In de kabinetten-Schermerhorn en -Beel was hij partijloos, sinds 24 Juni 1945 minister van Openbare Werken (sinds 16 Aug. 1945 van Wederopbouw) en werd hij op zijn verzoek op 15 Nov. 1946 daaruit ontslagen. In 1930 werd hij bevorderd tot doctor h.c. in de technische wetenschappen. Bij de grote watersnood, die in het vroege voorjaar van 1947 het Fendistrict in Engeland teisterde, werd ir Ringers door de Engelse regering naar Engeland geroepen om als adviseur op te treden. Voor zijn diensten werd hij benoemd tot Commander in The Order of the British Empire.

< >