Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OPENBARE WERKEN

betekenis & definitie

noemt men de door de overheid ondernomen investeringen, welke dienen om de welvaart van een land te vergroten en die in het algemeen niet geschikt zijn voor het particulier initiatief, omdat zij óf geen óf onvoldoende reële winst afwerpen. Als objecten, die voor uitvoering door de overheid in aanmerking kunnen komen, worden genoemd de bouw van woningen, scholen e.d., de aanleg van verkeerswegen en het graven van kanalen, de ontginning van woeste gronden, inpolderingen, droogmakerijen, enz.

Bij het uitvoeren van openbare werken kan de overheid drie ten nauwste samenhangende doeleinden nastreven, nl. allereerst de bestrijding van de werkloosheid, vervolgens de beheersing van de conjunctuur en ten slotte de toevoeging van kapitaalgoederen aan de bestaande nationale kapitaalgoederenvoorraad.Wat de bestrijding van werkloosheid betreft, hier tracht de overheid die arbeiders, die door een in bepaalde bedrijfstakken optredend gebrek aan werkgelegenheid worden getroffen, voor lediggang en armoede te behoeden.

Daarnaast kan de overheid met haar openbare-werkenpolitiek een verzachting van de conjunctuurbeweging beogen (z conjunctuur). De moderne conjunctuurtheorie, zoals die op basis van de door J. M. Keynes gegeven leer van de effectieve vraag is ontwikkeld, leert, dat de conjunctuurbeweging wordt veroorzaakt door schommelingen in de koopkrachtige vraag, waarbij dan vooral de fluctuaties in de particuliere investeringsvraag een grote rol spelen. Het streven van de overheid is er nu op gericht om de koopkrachtige vraag op peil te houden en een van de middelen, waarmee ze dit tracht te bereiken, is het doen van extra uitgaven — waarbij open- bare werken dan meestal het object van deze uitgaven zijn — in perioden, waarin deze vraag te kort dreigt te schieten. Het compenserend effect van deze extra overheidsuitgaven werkt cumulatief, omdat de door de overheid uitgegeven bedragen aanleiding geven tot extra inkomensvorming bij verschillende bevolkingsgroepen en uit deze extra inkomens resulteren weer extra consumptieve uitgaven.

Bovendien kunnen de extra overheidsuitgaven een stimulerende invloed uitoefenen op de particuliere investeringen. Van deze laatste gedachte, die men wel als de „priming the pump”-idee aanduidt, ging bijv. de onder president Roosevelt in de V.S. gevoerde „New Deal”-politiek uit, waarbij dan ook op grote schaal openbare werken werden uitgevoerd (bijv. het bekende project van het in cultuur brengen van de Tennessee Valley). In de jaren dertig vond de gedachte van een matiging der conjunctuurbeweging door middel van een openbare werken politiek vrij algemeen weerklank. Ook in Nederland voerde men in de crisisjaren 1929-1936 een aantal openbare werken uit, waarvan de belangrijkste waren de aanleg van een aantal rijkswegen, de ontginning van woeste gronden in Drente, terwijl voorts een begin werd gemaakt met de inpoldering van het IJselmeer. Een beeld van de uitgaven, die hiermee gemoeid waren, geeft bovenstaande tabel, welke de toeneming van de overheidsschuld in de periode 1929-1937 laat zien. Deze toeneming der overheidsschuld, welke nl. te wijten was aan uitgaven voor openbare werken, vertoont een vrij grote samenhang met de stand van de binnenlandse conjunctuur.

Toch hebben in de meeste landen de uitgaven voor openbare werken niet dat effect gesorteerd, dat er van verwacht werd, het- geen grotendeels te wijten was aan de traagheid, waarmee op een wijziging in de conjunctuur werd gereageerd en voorts aan de te beperkte omvang der geprojecteerde werken. Opgemerkt kan hier nog worden, dat na Wereldoorlog II de politiek van werkverruiming door middel van openbare werken in Nederland weer is hervat, hetgeen mag blijken uit de oprichting van de D.U.W. (Dienst Uitvoering Werken).

De derde doelstelling, welke ten grondslag ligt aan de uitvoering van openbare werken door de overheid, is de vermeerdering van de bestaande kapitaalgoederenvoorraad met kapitaalgoederen, die wel nuttige maar in t algemeen slecht verkoopbare prestaties leveren. Zo betekenen wegen, bruggen, scholen, en sportvelden een verhoging van de algemene welvaart, hoewel deze verhoging slecht in geld valt uit te drukken.

Men dient niet uit het oog te verliezen, dat deze laatste doelstelling van de door de overheid gevoerde openbare werken- politiek in ’t algemeen ondergeschikt is aan de beide eerstgenoemde, nl. de bestrijding van werkloosheid en matiging van de conjunctuur. Om de werkgelegenheid te verruimen en de conjunctuur- fluctuaties tegen te gaan, is het bovendien niet noodzakelijk, dat men nuttige investeringen onderneemt, hoewel dit laatste natuurlijk wel gewenst is.

Een laatste kwestie, die t.a.v. de openbare werken rijst, is de vraag, op welke wijze deze werken gefinancierd kunnen worden. Het is duidelijk dat wanneer de uitgaven voor openbare werken dienen ter compensatie van een te kort schietende koopkrachtige vraag, extra belastingen niet als financieringsmiddel in aanmerking komen, omdat de verhoging van de koopkrachtige vraag dan gepaard zal gaan met een bijna evenredige vermindering van deze vraag elders. Een ideale oplossing zou zijn een financiering met geldmiddelen welke in de aan de depressie voorafgaande periode van hoogconjunctuur aan de circulatie werden onttrokken. Deze wijze van financiering zal evenwel niet steeds mogelijk zijn, omdat in ’t algemeen de tekorten, die zich voordoen tijdens de depressie, de overschotten van de hausse zullen overtreffen. Er resten dan nog twee financieringsbronnen, t.w. financiering met middelen verkregen uit leningen en vervolgens financiering met nieuw gecreëerde geldmiddelen. De eerste financieringswijze komt slechts in aanmerking, wanneer het zeker is, dat de particuliere investeringen en de particuliere consumptie niet zullen verminderen.

Daarnaast zal men bij de toepassing der tweede methode steeds de mogelijkheid van inflatie in het oog moeten houden. Er dient ten slotte nog rekening te worden gehouden met het feit dat de lasten, welke de overheid op zich neemt, wanneer er op grote schaal openbare werken worden uitgevoerd, aanzienlijk verlicht worden doordat de uitkeringen aan hen, die geen arbeid verrichten, dalen, terwijl voorts de inkomensvermeerdering, welke door de extra overheidsuitgaven wordt veroorzaakt, aanleiding kan geven tot verhoogde belastingopbrengsten.

J. E. ANDRIESSEN.