Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RHYTHMISCHE GYMNASTIEK

betekenis & definitie

is een vorm van gymnastiek die in meerdere mate dan het gewone turnen, verband zoekt met de kunsten, met name muziek en dans. In de jaren rondom Wereldoorlog I is zij speciaal in Midden-Europa zeer populair geweest; ten tijde van de opkomst van de moderne dans (zie dans, moderne dans) heeft er zelfs een wisselwerking bestaan tussen de dans en haar.

Tot haar belangrijkste vertegenwoordigers behoren: Emile Jacques-Dalcroze (zie Dalcroze) en dr Rudolf Bode (Kiel 3 Febr. 1881), wiens school te München in 1922 tot een „Bodebund” uitgroeide die na enkele jaren, in 16 steden en 42 „Arbeitsgemeinschaften” werkzaam, meer dan 3000 leden telde. Andere grote scholen waar de rhythmische gymnastiek — volgens variërende systemen — onderwezen werd, waren die van Mensendieck, Rudolf von Laban (zie dans, moderne dans) en de Schule für Körperbildung Loheland.Lit.: R. Bode, Der Rhythmus als Erzieher (Berlin 1941); R. von Laban, Gymnastik und Tanz (Oldenburg 1926); Fritz Giese, Körperseele (München z.j.); H. W. Fischer, Körperschönheit und Körperkultur (Berlin 1928); Ch. F. Vieweg, Musik und Bewegung (Kassel 1930).

< >