Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Requistlie

betekenis & definitie

is het tegen schadeloosstelling en desnoods met geweld, door de daartoe bevoegde burgerlijke of militaire autoriteiten, van de inwoners van een bepaalde stad of een bepaald gebied vorderen van zaken of persoonlijke diensten voor de verpleging of tot voorziening in andere behoeften (verkeersmiddelen) van het krijgsvolk. Ook gebruikt men de term requisitie wel in verband met vordering van zaken of diensten ten behoeve van andere dan militaire.

Men kan ten aanzien van de requisitie onderscheid maken tussen de administratief-rechtelijke requisitie, die in het eigen land plaats vindt, en de volkenrechtelijke requisitie, waaronder men de requisitie in bezet vijandelijk land verstaat. Met betrekking tot de requisities van de eerste soort geldt het algemene beginsel, dat daarbij niet mag worden gedifferentieerd ten nadele van vreemdelingen; zij zijn tegenover vreemdelingen geoorloofd in dezelfde mate, als waarin zij tegen de eigen onderdanen worden toegepast. Voor Nederland zijn omtrent deze requisities en de inkwartieringen regels gegeven in de Inkwartieringswet van 14 Sept. 1866 (Stbl. no 138) en het Inkwartieringsbesluit 1892 (van 10 Nov. 1892, Stbl. no 253), beide sindsdien herhaaldelijk gewijzigd.

Uit het oogpunt van volkenrecht zijn de requisities in bezet vijandelijk gebied van meer belang, dan de administratiefrechtelijke. Zij vormen een door de oorlogsnoodzaak gevorderde, binnen zekere grenzen geoorloofde inbreuk van het bezettingsleger op de door het oorlogsrecht gewaarborgde onschendbaarheid van eigendom en persoon van de bevolking van het bezette gebied.

Het Landoorlogreglement geeft in art. 52 een regeling voor deze requisities. Volgens deze regeling kunnen requisities in natura en persoonlijke diensten van de gemeenten of van de inwoners slechts worden geëist ter voorziening in de behoeften van het bezettingsleger. Zij moeten in verhouding staan tot de hulpmiddelen van het land en van dien aard zijn, dat zij voor de bevolking niet de verplichting medebrengen om aan de krijgsverrichtingen tegen haar vaderland deel te nemen. Op deze waarborgen tegen de bovenvermelde onschendbaarheid van persoon en eigendom heeft de practijk van de beide Wereldoorlogen vele inbreuken te zien gegeven. Bij weigering van afgifte van leveringen in natura, voor welke onmiddellijke of latere betaling is voorgeschreven, kan op last van de bevelvoerende generaal een contributie (z oorlogsschatting) worden gevorderd. Ten aanzien van de verkeersmiddelen en de wapenvoorraden is een bijzondere regeling getroffen in art. 53 van het Landoorlogreglement.

MR L. V. LEDEBOER

Lit.: G. Sabouroux, Des réquisitions militaires en pays ennemi (Toulouse 1907); M. Halmagrand, Des réquisitions et des contributions (Paris 1909); L. Le Fur, Les droits des particuliers et ceux de l’Etat en matière de réquisitions militaires (2de dr., Paris 1917); G. Ferrand, Des réquisitions en matière de droit international public (2de dr., Paris 1917); F. Scholz, Privateigentum im besetzten und unbesetzten Feindesland (Berlin 1919); J. Calméjane-Course, La nature juridique de la réquisition militaire (Paris 1920).

< >