Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

REINCULTUUR

betekenis & definitie

noemt men cultures van een bepaald organisme, die behalve dit organisme geen enkel ander organisme mogen bevatten. Het principe van de reincultuur is ontwikkeld in de bacteriologie, waarbij in het bijzonder de naam van R.

Koch* genoemd moet worden. Men is er zeker van een reincultuur van een bacterie of van een ander micro-organisme te bezitten, wanneer deze cultuur zich ontwikkeld heeft uit één enkele cel. Bij de methoden die men gebruikt om tot een reincultuur te komen tracht men op verschillende wijze dit te benaderen.De studie met behulp van reine cultures is voor de ontwikkeling van onze kennis op het gebied der micro-organismen van niet te onderschatten betekenis geweest.

Slechts in reincultures immers is het mogelijk zekerheid te krijgen of een bepaalde activiteit werkelijk door het organisme zelf teweeggebracht wordt en niet door een mede aanwezige verontreiniging. Het is dan ook begrijpelijk, dat men het principe van de reincultuur ook is gaan toepassen bij de studie van hogere planten. Men maakt hiertoe gebruik van het ervaringsfeit, dat het inwendige van een plant, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, vrij is van de aanwezigheid van micro-organismen. Wel zijn aan de oppervlakte en in de buitenste cellagen bacteriën en schimmels aanwezig, doch die kan men met behulp van een desinfectiemiddel doden zonder het inwendige van bijv. het zaad te beschadigen. Bekende desinfectiemiddelen, die hiertoe worden aangewend, zijn sublimaat, chloorkalk, broomwater. Zelfs is men er in geslaagd „reincultures” te maken van hogere dieren, zelfs apen, die men hiertoe voor de geboorte langs operatieve weg aseptisch uit het moederdier verwijdert en verder in een steriele ruimte met steriel voedsel opkweekt. Men is hierbij zeer belangrijke gegevens op het spoor gekomen over de rol, die de regelmatige infecties met micro-organismen tijdens de normale ontwikkeling van een dier.

DR A. QUISPEL

< >