Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RANGABÉ

betekenis & definitie

(Nieuwgrieks: Rangawis), Byzantijns adellijk geslacht waarvan het eerste beroemde lid Michaël I, Keizer van Constantinopel was (811-813). Na de inneming van Constantinopel door de Turken (1453) onderscheidden zich de Rangabé’s als hoge ambtenaren van de Turkse regering; een paar van hen werden door de Divan als gouverneurs van Walachije benoemd.

Iacobos Rizos Rangabé (1779-1855) te Constantinopel geboren, vestigde zich te Athene waar hij, na de bevrijding, veel schreef geïnspireerd door de Franse romantische school. Zijn zoon Alexandros (Constantinopel 8 Jan. 1810 - Athene 28 Jan. 1892) studeerde aan de militaire school van München, nam zijn ontslag uit het leger en werd vervolgens benoemd tot professor in de archaeologie aan de Atheense universiteit in 1844; hierna werd hij minister van Buitenlandse Zaken in 1856, gezant in 1867. In de letteren nam hij een bijzondere plaats in.

Al in 1831 begreep hij, dat de toekomst in de poëzie aan de volkstaal behoorde; later werd hij ook gewonnen voor het purisme en schreef verzen, die door niemand meer gelezen worden. En toch, in 1880 begroette hij met vreugde de Nieuwe Atheense School, die poëzie begon te schrijven in de levende taal en volgens de Griekse traditie. In het proza gaf hij De Heer van Morea uit en verschillende andere novellen, zowel als dramatische werken, alle in de geest van de Romantische school. Zijn sociale activiteit was buitengewoon: hij bezielde rijke Grieken om verschillende stichtingen te financieren. Hij is de stichter van het Archaeologische Gezelschap van Athene, waarvoor hij de Statuten schreef, een gezelschap welks activiteit zeer bekend is. Na zijn dood verschenen zijn Apomnemoneumata (= Memoires) in vier delen (1894-1930), werk dat een bron is voor de geschiedenis van de Griekse maatschappij vanaf de generatie van de Revolutie (1821) tot het eind van de eeuw.

< >