Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

QUITO

betekenis & definitie

hoofdstad van de Zuidamerikaanse republiek Ecuador op 3000 m hoogte juist ten Z. van de evenaar gelegen, telt (1947) 212 000 inw. Door de hoge ligging tegen de helling van de vulkaan Pichincha is het klimaat gematigd.

De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 13 gr. C., met een zeer kleine amplitude, veel zonneschijn, maar ook veel regen.De stad is regelmatig gebouwd met vele pleinen, waarvan de Plaza Independencia in het centrum fraaie gazons en verschillende fonteinen bevat. Er zijn talrijke kerken (w.o. een kathedraal), kloosters en voorts een aartsbisschoppelijk paleis, een universiteit, een sterrenwacht en musea met goede collecties van oude Indiaanse en moderne kunst. De bewoners zijn meest Mestiezen en Indianen. De eersten oefenen industrie (wol, katoen, vlechtwerk, edelsmeedwerk), de laatsten landbouw uit. Quito was de hoofdstad van de Inka’s. Na de bezetting door de Spanjaarden in 1534 werd een nieuwe stad gesticht door Benalcazar.

< >