Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Pine beldek

betekenis & definitie

Nederlands toneelspeelster (Amsterdam 7 Mei 1867), bezocht de vocaal dramatische school van Cateau Esser en kwam toen aan het Lyrisch Toneel onder directie van Engelen, Loman en Raabe. Na een tournée door Indië ging zij naar de Nederlandsche Tooneelvereeniging, waar zij debuteerde in De grote passie van Raoul Aucrnheimer.

Bij een dilettantengezelschap onder regie van Eduard Verkade speelde zij de titelrol in Candida-, daarna was zij bij „Die Haghespelers” onder directie van Verkade, waar zij wederom Candida speelde en waarmee een tournée door Nederland werd gemaakt. Enige tijd kwam zij daarna bij Royaards, waar zij o.a. reien in Adam in Ballingschap van Joost van den Vondel heeft gezegd; toen nog eens bij Verkade en vervolgens vijf jaren bij Heyermans (N.V. Tooneelvereeniging), waar zij o.a. in Het Concert van Hermann Bahr en in Maeterlinck’s Monna Vanna speelde, waarna zij naar „Het Schouwtooneel” ging en o.a. in Levensstromingen van mevrouw Simons-Mees optrad. Een jaar kwam zij onder directie van Cor Ruys en Louis de Bree, maar ging weer terug naar „Het Schouwtooneel”, speelde o.a. in Een Moeder van mevrouw Simons-Mees en verliet in 1932 „Het Schouwtooneel”. Zij was de eerste Nederlandse actrice, die in Indië optrad en onderscheidde zich in spel van warm, moederlijk gevoel.

< >