Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

De NEDERLANDSCHE TOONEELVEREENIGING

betekenis & definitie

(1893-1912), een in 1893 door Louis Chrispijn Sr gesticht toneelgezelschap, met als sociétaires Esther de Boer-van Rijk, Wilh. van der Horst-v. d. Lugt Melsert, Adriaan van der Horst, Marie Ternooy Apèl en Henri van Kuyk; het speelde in de Salon des Variétés, het Paleis voor Volksvlijt en later in de Hollandsche Schouwburg te Amsterdam.

De regisseurs, achtereenvolgens Louis Chrispijn Sr, Henri van Kuyk en Marie Ternooy Apèl, volgelingen van de realistische school, gaven zuiver afgestemde voorstellingen van de modernen, maar daarnaast ook van het klassieke repertoire. Na het uittreden van Chrispijn in 1897 bracht Ternooy Apèl de verbinding tot stand met Heijermans, waardoor het gezelschap zijn eigenlijke richting vond in het maatschappelijk toneel. In 1898 ging de première van Heijermans’ Ghetto en nadien werd de Heijermans-première op de avond voor Kerstmis bij de Nederlandsche Tooneelvereeniging een jaarlijkse traditie. In 1899 Het Zevende Gebod; in 1900 Op Hoop van Zegen; in 1904 Allerzielen; in 1907 Uitkomst; in 1908 De Meid. Naast het oeuvre van Heijermans bevatte het repertoire Ibsen, Björnson, Tolstoi, Hauptmann, Halbe, Schnitzler, Bahr, Brieux, Mirbeau. Tot het optreden van Royaards met Het Tooneel in 1908 was er geen gezelschap dat zich op het punt van repertoire in haar schaduw kon stellen. In 1895 en 1908 gaf de N.T.V. gastvoorstellingen in Berlijn.Lit.: M. B. Mendes Da Costa, Tooneelherinneringen (Leiden 1900), 2de reeks (Amsterdam 1927); B. Hunningher, Èen Eeuw Nederlands Toneel (Amsterdam 1949).

< >