ook van der Sterre genoemd, Nederlands koloniaal bewindsman (Vlissingen? - Paramaribo 30 Mrt 1677), vertrok als luitenant ter zee in dienst van Zeeland na de verovering van Suriname in 1667 daarheen onder de kapitein J. van Houte, gezegd Dubois. Bevelhebber der schepen was de kapitein ter zee Willem Hendriksen.
Bij aankomst in de kolonie bleek Suriname door de Engelsen heroverd te zijn. Er ontstonden allerlei verwikkelingen en grote onenigheid tussen Dubois, die door de Staten van Zeeland als commandeur was aangewezen, en Hendriksen, die een aanstelling als zodanig van de Staten-Generaal bezat, Dubois en Versterre, die zijn partij had gekozen, werden teruggeroepen. Alleen Dubois vertrok, want na de herovering van Suriname werd Versterre onder Krijnssen en zijn opvolger als gouverneur, Lichtenberg, commandeur der troepen. Na het vertrek van laatstgenoemde werd Versterre tot gouverneur ad interim benoemd. Zelf achtte hij zich voor dit ambt niet geschikt en ook met het oog op zijn gezondheidstoestand drong hij aan op het uitzenden van een gouverneur. Dit geschiedde niet dan nadat Versterre op 30 Mrt 1677 was overleden. Zes jaar is hij gouverneur ad interim geweest.
