Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Pieter BRUEGEL

betekenis & definitie

(1) de jongere, Vlaams schilder (Brussel 1564-Antwerpen ca 1638), trad in 1585 in het schildersgenootschap en was ijverig werkzaam gedurende ca vijftig jaar. Er is geen reden om een onderscheid te maken, ak men doet, tussen de schrijfwijze van zijn naam en die van zijn vader: beiden hebben ondertekend Bruegel en Brueghel, en de jongere ook Breughel.

Hij was vijf jaar oud toen zijn vader stierf, leerde zijn ambacht bij Gillis van Coninxloo, wiens opvattingen hij echter niet volgde. Hij moet het atelier van zijn vader Pieter Bruegel de Oudere hebben geërfd: hij schilderde tot in zijn hoge ouderdom vele copieën naar werk van zijn vader, somtijds zeer goed, dikwijk op een harde of slordige wijze. Zijn handtekening vindt men op minderwaardige schilderijen waarschijnlijk door medewerkers vervaardigd. Verscheidene van zijn werken wijken af van de onderwerpen van zijn vader.

Hij is vnl. persoonlijk in afbeeldingen van branden en van de Hel, wat hem in zijn tijd de bijnaam deed verwerven: Helse Bruegel. Deze werken, meestal uit zijn jeugd, mogen onder zijn beste worden gerekend: men vindt ze in de verzameling Colonna te Rome, in de Uffizi en Pitti te Florence.PROF. DR LEO VAN PUWELDE

(2) bijgenaamd De Oudere, Vlaams schilder en graficus (Breugel, bij Eindhoven of in de Kempen, ca 1525 - Brussel 5 Sept. 1569), kwam op twintigjarige leeftijd in het atelier van Pieter Coecke van Aelst te Antwerpen, in 1551 werd hij in het Sint Lucasgilde van Antwerpen opgenomen. Hij reisde via Frankrijk en de Zwitserse Alpen naar Italië (1552-1553) waar hij o.a. Rome en Napels bezocht. In 1563 volgde zijn huwelijk met de dochter van de inmiddels overleden Pieter Coecke en zijn vestiging te Brussel, waar hij tot zijn dood heeft gewoond en gewerkt.

Hij heeft in zijn jonge jaren waarschijnlijk invloed van Jeroen Bosch ondergaan en later zeker ook van de Italiaanse kunst. Zijn vroege schilderijen ak de Spreekwoorden, de Spelen der Kinderen hebben een ontelbare menigte kleine figuurtjes tegen hoge horizon. Uit de laatste zes jaren van zijn leven zijn o.a. De Dulle Griet, de Kruisdraging, de Triomf des Doods, het Bruiloftsmaal, de Hooioogst, de Winter, de Boetepreek en een groot aantal andere werken. Zijn kunst wordt dan realistischer, grootser van visie en ook in kleine figuren monumentaal van vormgeving.

Hij leefde in tijden van opstand en oorlog (1566, begin van de beroerten, 1567 intocht van Alva te Brussel) en de tragiek van armoede, ziekte en ondergang heeft hij sterk aangevoeld en in zijn schilderijen neergelegd. Lange tijd heeft men hem zich voorgesteld als een alleen maar grappig man (Van Mander: Pier den Drol), doch latere onderzoekingen hebben deze veronderstelling gelogenstraft. Hij was zeer ontwikkeld en hij had omgang en correspondentie met figuren ak Ortelius en Coomhert.

Bruegel is de grondlegger der Vlaamse schilderkunst omdat hij, zoon van het land, dit steeds weer in al zijn uitingsvormen uitbeeldde in zijn schilderijen. Ze zijn een spiegel van leven en bedrijf, van denken en verbeelding van zijn tijd. Voor de graveur Hiëronymus Cock heeft hij zeer vele platen getekend en door middel van deze grote invloed gehad op de geest van zijn tijdgenoten.

Lit.: Goed critisch overz. v. d. rijke lit. in J. B. Knipping, Pieter Bruegel de Oude (Amsterdam 1947); voortr. kenschets in: August Vermeylen, Van de catacomben tot El Greco (Amsterdam 1946).

< >