abbé de, Frans schrijver (Bourdeilles, in Périgord, ca 1540 - 5 Juli 1614), stamt uit een oud-adellijk geslacht. Hij werd opgevoed aan het hof van de koningin van Navarre, studeerde te Poitiers en kwam na de dood van zijn broeder Jean in het bezit van de abdij Brantöme.
Ca 1558 begint voor hem een leven van reizen en avonturen; hij trekt door Italië, gaat naar Schotland en Engeland, strijdt in 1562 in Frankrijk tegen de Hugenoten, vecht met de Spanjaarden tegen de Barbarijse staten, trekt weer naar Italië, vecht weer mee in Frankrijk in 1569. In 1584 maakt hij een val van zijn paard, zodat hij enige jaren ’t bed moet houden en verder invalide blijft. Hij begint dan zijn herinneringen op te schrijven, zonder dat ergens goed- of afkeuring blijkt. Zij hebben, in weerwil van het gemis van orde en samenhang, voor de kennis van dat tijdperk grote waarde, zijn anekdotisch en schilderachtig geschreven. Zo publiceert hij Vies des hommes illustres et des grands capitaines étrangers, Vies des hommes illustres et des grands capitaines français, Vies des dames illustres, Vies des dames galantes, Anecdotes touchant les duels, Rodomontades et jurements des Espagnols e.a.Bibl.: Œuvres complètes (Leyde 1665-1666; onvolledig). Laatste uitg.: van L. Lalanne voor de Soc. de 1’Hist. de France (Paris 1864-1882), ini2dln; zijn gedichten (Recueil d’aulcunes rymes de mes jeunes amours) werden door L. Perceau gepubl. (Paris 1927).
Lit.: L. Lalanne, Br., sa vie et ses écrits (Paris 1896); L. Pingaud, Br. historien, in: Rev. des Questions historiques (1876). H. Loss, Brantôme, prosateur et paète in: Revue du seizième siècle (1932); F. Gruzy, Brantôme (Paris 1934).