Frans protestants godgeleerde (Alençon 1641 - Londen 3 Mrt 1717), studeerde te Sedan en te Saumur onder Amyrault, werd predikant te Charenton en week na de herroeping van het Edict van Nantes (1685) naar Engeland uit. De toevloed der réfugiés was zo groot, dat naast de reeds van vroeger bestaande vijf Hugenotengemeenten er onder Jacobus II, Willem III en Anna nog 26 kerken bijkwamen; Allix werd predikant aan de Charenton-Church.
Lodewijk XIV trachtte hem tot terugkeer naar Frankrijk te bewegen, doch hij bleef in Engeland, algemeen geëerd, doctor honoris causa van Cambridge en Oxford, kanunnik en trezorier van de kathedraal van Salisbury (1690). Van zijn hand verschenen tal van geleerde en enige stichtelijke werken; in zijn beide boeken Some Remarks upon the Ecclesiastical History of the ancient church of Piedmont (1690) en Remarks upon the Ecclesiastical History of the Albigenses (1692) identificeerde hij dezen met de Waldenzen.Lit.: Haag, La France prot. I, 1877, c. 147-153; W. G. B (laikie), Dictionary of National Biography, I, 334, met bibliogr.