Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Petrus van LIMBURG BROUWER

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (Dordrecht 20 Sept. 1795 Groningen 21 Juni 1847), studeerde te Leiden onder Wijttenbach oude talen, vervolgens geneeskunde en was arts eerst te Tiel, daarna te Rotterdam. In 1820 promoveerde hij in de letteren, werd eerst conrector te Alkmaar, toen te Rotterdam, daarna hoogleraar te Luik, in 1831 te Groningen.

Vertrouwd met de klassieke oudheid gaf hij in zijn Diophanes (1838) op onderhoudende wijze een beeld van het antieke leven in Griekenland. Naast dat en ander cultuur-historisch werk gaf hij in de roman Het leesgezelschap te Diepenbeek (1847) een schildering van de godsdienstige beroeringen tussen 1830 en 1850, met de strijd van de zgn. Groningse school als achtergrond. Zijn ernst wordt door een speelse humor verzacht.Bibl.: Charicles en Euphorion (1831, roman onder pseud. Clearchus); Histoire de la civilisation morale et religieuse des Grecs (Groningen, 8 dln, 1833-1842); Gesprekken der dooden (1839); Een ezel en eenig speelgoed (1842, herdr. in Ned. Bibl. 1906); Het leven van S. Iz. Wiselius (1846); Romantische werken, 6 dln (1906-1908). Vertalingen: De Verloofden, van Manzoni (3 dln, 1835), Gedenkschr. van Benvenuto Cellini (3 dln, 1843).

Lit.: N. C. Kist, in: Levensber. d. Mij v. Ned. Lett. (1848); G. V. J. Huber, P. v. L. B. vooral in zijn jeugdigen leeftijd (Groningen 1848).

< >