Ned. luit.-gen. (Amsterdam 19 Jan. 1881), was van i6Mrt 1918 i Nov. 1933 werkzaam als stafofficier op het hoofdbureau van de generale staf en werd daarna commandant van de Luchtvaartafdeling. Op 1 Mrt 1937 bevorderd tot generaal-majoor en belast met het bevel over de 4de Divisie, werd generaal Best 1 Nov. 1938 benoemd tot commandant Luchtverdediging, welke functie hij ook vervulde tijdens de mobilisatie in 1939 en de oorlogsdagen in 1940.
Hij weigerde in Juni 1940 zijn erewoord aan de Duitsers te geven en werd derhalve in krijgsgevangenschap gevoerd van waaruit hij 31 Oct. 1941 wegens ernstige ziekte werd ontslagen, om i Nov. d.a.v. met eervol ontslag de militaire dienst te verlaten. Na de bevrijding had hij zitting in het Bijzondere Gerechtshof te ’s-Gravenhage en was hij lid van de Commissie Militaire Onderscheidingen. Reeds in het bezit o.a. van het ridderkruis van de Nederlandse Leeuw, werd hij 14 Sept. 1946 benoemd tot commandeur der Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden.