Zweeds schrijver (Stockholm 29 Sept. 1866), ging in 1888 naar Amerika en schreef na zijn terugkomst in 1891 een bundel lyriek. Sindsdien publiceerde hij een groot aantal romans en novellen, die hem hebben gemaakt tot een der beste schrijvers van de neo-romantische richting in Zweden.
Diepgaande psychologische analyse, een milde, pessimistische geest en verzorgde taal kenmerken zijn werk.Bibi.: Lyrik och fantasier (1891). Proza: Vilsna faglar (1894); Purpur (1895); En gammal historia (1895); Varen (1898); Thanatos (1900); Döda fallet (1902); Gustaf Sparfvert’s roman (1903); Skogslandet (1904); De fyra elementema (1906); En skälmroman (1906); Nya noveller (1912); Ungdomsnoveller (1923); Händelser (1927); Leonora (1928). Toneelwerk: Grefven af Antwerpen (1899; sprookjesdrama); Bianca Capello (1900, Renaissance-treurspel); En veneziansk komedi (1901); Erotikon (1908; satyrisch); Tva sagodramer (1910); Karl den elfte (1918), Gustaf den tredje (1918, beide historische drama’s); Nessusdräkten (1919, blijspel). Essays: Skepnader och tankar (1910); Levande dikt (1914); Konst och liv (1919); Folkfienden (1915; met polemische opstellen ten gunste van Duitsland in Wereldoorlog I). Nieuwe vertaling van Shakespeare’s drama’s (1922-1931).