(Lat. Non(n)ius, Spaans Nunez), Portugees wiskundige en astronoom van Joodse oorsprong (Alcazar de Sal 1502 - Coimbra 11 Aug. 1578), was van 1544 tot 1562 hoogleraar aan de universiteit te Coimbra, voorts kosmograaf van Koning Joao III en leermeester van diens zoons.
Hij schreef commentaren op Aristoteles, Ptolemaios, Sacrobosco en Purbach en verscheidene eigen werken over wiskunde, astronomie en zeevaartkunde. Door zijn Libro de Algebra enz. (geschr. ca 1532; uitg. Antwerpen 1564, 1567) heeft hij bijgedragen tot de verbetering van de algebra. In zijn Tratado da Sphera... met aanhangsel Tratado de Navegacao (Lissabon 1537) wordt de voor de zeevaartkunde belangrijke theorie van de loxodroom (kromme, die opvolgende meridianen onder gelijke hoeken snijdt) ontwikkeld. In De Crepusculis (Olyssipponae 1542), waarin een Latijnse vertaling van een gelijknamige verhandeling van Alhazen van de hand van Gerhard van Cremona is opgenomen, behandelt hij het schemeringsverschijnsel en geeft een methode aan ter bepaling van de hoogte van de dampkring; in dit werk wordt een methode geleerd om een graadboog in onderdelen van de aangebrachte verdeling te kunnen aflezen; daartoe worden binnen een quadrant nog 44 hulpquadranten aangebracht, die opv. in 89, 88... 46 delen verdeeld zijn. Dit instrument is later verdrongen door de beweeglijke hulpboog van P.
Vernier (La construction... du quadrant, Bruxelles 1631), die ten onrechte veelal met de naam nonius wordt aangeduid. Nunez’ werk De Erratis Orontii Finaei (Coimbra 1546) bevat een afdoende weerlegging van de bewering van Finaeus, dat hij de drie klassieke problemen en de constructie van alle regelmatige veelhoeken met passer en liniaal kon uitvoeren.Bibl.: Petri Nonii Salaciensis Opera (Basileae 1500;; Tratado da sphera, fac. uitg. d. J. Bensaude (1915).
Lit.: R. Guimaraes, Sur la vie et Oeuvre de P. N. (Coïmbre 1915).