Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Paul KENIS

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Bocholt 11 Juli 1885 - Brussel 29 Juni 1934), maakte deel uit van De Boomgaard, waarvan hij de algemene neoromantische tendens volgde, zonder echter het scepticisme en het decadentisme van zijn meest vooraanstaande groepsgenoten te delen. Zoals dezen vond hij zijn inspiratie in twee hoofdthema’s: de grote stad en het verleden; in zijn binnenste is hij een idealist zoals blijkt uit zijn opmerkelijkste, hoewel niet rijpste romans, De roman van een jeugd (Rotterdam 1914), met de veelzeggende ondertitel „Een ondergang te Parijs” en het later verschenen vervolg De Apostels van het Nieuwe Rijk (Amsterdam 1930), het verhaal van een communistisch experiment in de Ardennen.

De volle maat van zijn talent gaf hij in zijn historische roman Uit het dagboek van Lieven de Myttenaere (Antwerpen 1927; over de i6de-eeuwse godsdiensttroebelen te Gent) en zijn geromanceerde biografie van Villon.DR R. F. LISSENS

Bibl. : De wonderlijke avonturen van Cies Slameur (Gent 1919) ; De kleine mademoiselle Cerisette (Antwerpen 1920) ; Fêtes galantes (Antwerpen 1924); De lokkende wereld (Amsterdam 1927); Het Leven van meester François Villon (Antwerpen 1928); Een overzicht der Vlaamsche Letterkunde na Van Nu en Straks (Amsterdam 1930) ; Joos Pijn, een Groot-Nederlandsch Martelaar (Borgerhout 1933); Historische Verhalen (Gent 1944); Het Leven van Edward Anseele (Gent 1948).

< >