(Antwerpen 1554 - Rome 7 Oct. 1626), kwam in 1574 naar Rome en verbleef er tot zijn dood. Zijn werk kreeg eerst betekenis na zijn kennismaking met Adam Elsheimer, omstreeks 1600, die beslissende invloed op hem had en hem leerde streven naar ietwat bredere vorm.
Hij volgde Elsheimer na, zonder hem echter te evenaren. Voor zijn pittoreske compositie had hij ook wel wat te danken aan Annibale Garracci en aan invloeden uit de kring van Titiaan (Muziano). Hij geeft ons een beeld van de overgang van de 16de tot de 17de eeuw, d.w.z. van de overleveringen van de school van Patinir tot de klassieke stijl van Poussin. Landschapswandschilderingen van hem zijn te zien in verscheiden kerken te Rome en in het Palazzo Rospigliosi; zijn kleinere schilderijen, waarin hij zich iets minder aan het zuiver italianisme overgeeft, zijn de beste (in de musea te Parijs, Bronswijk en Dresden).
Hij heeft als kopersnijder ook veel invloed gehad.PROF. DR A. VERMEYLEN +
Lit.: Anton Mayer, Das Leben und die Werke der Brüder M. und P. Bril (Leipzig 1910); K. Gerstenberg, Die ideale Landschaftsmalerei, ihre Begründung und Vollendung in Rom (Halle 1923).
