Duits oriëntalist (Berlijn 2 Nov. 1827 - Göttingen 22 Dec. 1891), oorspronkelijk Bötticher geheten, noemde zich sinds 1854 naar zijn oudtante Ernestine de Lagarde, die hem had geadopteerd, werd in 1869 hoogleraar te Göttingen waar hij de opvolger werd van H. Ewald.
De Lagarde beoogde de theologie grondig te hervormen door terugkeer tot de bronnen, aanwending van de geschiedkundige methode, harmonisering van het Christendom met de Duitse ziel. Negatief was het hem te doen het Christendom te zuiveren van Joodse elementen en zelfs van alle, naar zijn mening, verkeerde opvattingen, ook door Christenen van groot formaat als Paulus „de farizeeër”, Augustinus en Luther ingevoerd. Zo werd de Lagarde de voorloper van een sterk anti-joods en Duits Christendom. De Lagarde’s blijvende verdienste ligt echter op een ander terrein nl. op dat van het oriëntalisme en van de Bijbelse tekstcritiek. Buitengewoon begaafd als hij was, schonk hij vele, nog steeds gewaardeerde, eerste of nieuwe uitgaven van oude teksten. Van belang is zijn opzet geweest de vertaling van de Septuaginta critisch te bestuderen en opnieuw uit te geven. Deze opzet is na zijn dood door een stichting te Göttingen voortgezet.PROF. DR J. COPPENS
Bibi.: Ges. Abhandlungen (1866, herdr. 1896); Symmicta, 2 dln (1877-’80); Pers. Studien (1884); Übers, über die im Aram., Arab. u. Hebr. übl. Bildung der Nomina (1889); Mitteilungen, 4 dln (1884-’91); Septuagintstudien (1891-’92); Deutsche Schriften 2 dln (1878-’81,4dedr. 1903); Bloemlezing: Schriften für das deutsche Volk, hrsg. v. K. A. en P. Fischer, 2 dln (1924).
Lit.: R. J. H. Gottheil, Bibi, of the Works of P. A. L., in: Proc. of the Am. Oriental Soc. XV (1893) ;J. Wellhausen, Gedächtnisrede (1894); Anna de Lagarde, Erinnerungen (1894, 2de dr. 1918); Wilamowitz-Moellendorf, Reden und Vorträge (3de dr., 1901); K. Albrecht, Paul de Lagarde (1901); L. Schemann, P. de L., 2de dr. (Leipzig 1920); Wilh. Mommsen, Paul de Lagarde als Politiker (1927), Rieh. Brätling, Paul de Lagarde und der grossdeutsche Gedanke (1927); A. Rahlfs, Paul de L.’s wissenschaftliches Lebenswerk im Rahmen einer Geschichte seines Lebens dargestellt (Göttingen 1928, met vermelding van zijn geschriften); O. Conrad, L. (1928); F. Krog, L. und der deutsche Staat (1930); J. Becker, L. (1935); G. Filtack, L. im Lichte der Rassenseelenkunde, diss. Kiel (1942).